Inleiding
Bij het Leerorkest speel je op een (symfonisch) instrument en speel je vanaf moment één in orkestverband, samen met anderen. Er is geen jarenlange training voor nodig voordat je samen kan spelen.
Deze workshop ‘Proeven aan Leerorkest’ is geschikt voor meerdere doelgroepen, van kinderen vanaf groep 7/8, jongeren in middelbare schoolleeftijd, tot aan volwassenen, bijvoorbeeld teams van (leerorkest)scholen tijdens een teamdag.
In korte tijd maak je kennis met een (symfonisch) instrument, voel je hoe het is om op een cello of trompet te spelen en ervaar je hoe leuk het is samen te spelen in een orkest o.l.v. een dirigent. Ook al is het eindresultaat vaak verrassend, het gaat om de ervaringen van het uitproberen van een instrument en samenspel.
Doelen
Voor kinderen kan het doel zijn: kennismaken met instrumenten die zij vaak nog niet kennen, enthousiasmeren voor het spelen van een instrument, ervaring geven van gezamenlijkheid en verbinding tijdens het spelen in een orkest.
Voor leerkrachten van een (leerorkest)school kunnen de ervaringen van deze workshop helpen te begrijpen en mee te maken, wat de kinderen wekelijks in het Leerorkest ervaren. Bovendien kan deze succeservaring het team een boost geven en doordat de positieve werking van een Leerorkest zelf ervaren wordt, wordt de betrokkenheid bij Leerorkest op school versterkt en kunnen leerkrachten nog beter hun leerlingen stimuleren, het project Leerorkest op school nog meer gaan dragen.
Voor iedere doelgroep geldt: veel plezier in het samen muziek maken en dat verbindt.
De workshop zoals beschreven is twee maal 75 minuten op één dag. We gebruiken in de format de algemene term leerlingen, daarmee worden alle deelnemers bedoeld.
Uitgangspunten
Format voor één workshopdag muziek op instrumenten
Focus op de volgende leergebieden:
- Samenwerken
- Nieuwe dingen proberen
- Presenteren
Opzet workshop
Nodig
- 4 docenten
- 1 dirigent
- 30 instrumenten (= aantal leerlingen), 4 verschillende soorten (eventueel met zang, in ieder geval slagwerk)
- 20 – 40 lessenaars (= aantal leerlingen + docenten)
- 40 stoelen zonder armleuningen
- arrangement als orkeststuk (Shut up and dance, Supersamba)
- 1 stukje per instrumentgroepje (optioneel)
- 1 arrangement 2 minuten muziek voor de docenten om de instrumenten voor te stellen (optioneel)
- Mogelijk tot afspelen geluidstrack via internet
- 4 verschillende ruimtes waar groepslessen gegeven kunnen worden en 1 grotere ruimte voor een orkestopstelling van 40 instrumenten + publiek
- Digibord in de gemeenschappelijke ruimte (optioneel)
- Informatie over muzieklessen en muziekinitiatieven in de buurt
Inleiding (15 min)
Tijdens de eerste 15 min gezamenlijk les wordt door de dirigent en workshopleider uitgelegd wat de bedoeling is van deze dag. Hij stelt de instrumenten voor, de docenten (zij spelen apart of een gezamenlijk stukje muziek), de indeling van de dag en de leerdoelen of focuspunten van deze dag. Daarnaast stellen de docenten zichzelf voor met focus op hun beroep als muziekdocent en/of uitvoerend musicus. Wisten zij al op jonge leeftijd dat ze verder zouden gaan in de muziek, wat was hun ‘aanrakingsmoment’, welke opleiding hebben ze gehad, hoe ziet hun werkdag er nu uit, etc. Dit is een interactief deel met de leerlingen en wordt aangepast op de doelgroep.
De dirigent oefent spelenderwijs een aantal basale dirigent tekens met de hele groep (rust- en speelhouding, stopteken).
4 instrumenten, 4 groepen: les op je instrument (60 min)
De groep wordt verdeeld in 4 groepjes van max. 8 leerlingen met 4 verschillende instrumenten, bij voorkeur strijk ((alt)viool of cello), hout (klarinet of fluit), koper (tenortuba, trombone) en slagwerk. Minder geschikt voor een eenmalige les zijn hobo, trompet, fagot en hoorn.
Zij krijgen voor de pauze 60 min les op hun instrument. Dit is de basis: hoe pak je het instrument vast, hoe is je speelhouding, hoe maak je geluid met het instrument.
Daarna wordt er aan een heel eenvoudig stuk gewerkt, met een uitvoering als resultaat.
Pauze
Orkest! (60 min)
Na de pauze zitten de 4 instrumenten bij elkaar in orkestopstelling. Er is dan bijvoorbeeld een orkest met 8 violen, 8 klarinetten, 8 trombones en 8 slagwerkers, ieder met hun eigen docent ertussen.
De dirigent leidt het orkest en oefent met de tekens, vraagt goed te letten op elkaar, te luisteren naar elkaar (kan je iedereen horen, stoppen we allemaal tegelijk?). Docenten spelen mee en helpen leerlingen continu. De dirigent heeft verschillende afwisselende werkvormen tot zijn beschikking en laat verschillende groepen spelen, allemaal tegelijk, luisteren, en elkaar aanvullen. Docenten spelen mee maar hebben ook eigen docentenpartijen. Er is 1 stuk gerepeteerd waarbij er echt samengespeeld wordt: docenten spelen geavanceerde stukjes en spelen met de leerlingen mee. Zo klinkt het als een echt concert. Daarnaast heeft ieder instrumentgroep zijn korte stukje.
Presentatie (15 min)
Uiteindelijk kan er een presentatie voor bijvoorbeeld ouders zijn. Leerlingen presenteren per instrumentengroep aan elkaar en de ouders wat ze die dag geleerd hebben en het gezamenlijke orkeststuk klinkt: het resultaat is altijd verrassend!
Na de presentatie is er informatie voor de leerlingen en ouders beschikbaar. Waar zijn er muzieklessen in de buurt, hoe zou je aan een instrument kunnen komen (Pak aan! Campagne) en hoe werkt aanvragen bij Jeugdfonds sport en cultuur, etc.
Competenties uitgewerkt
Samenwerking: leerlingen ontdekken hun verschillende talenten, kunnen elkaar ondersteunen in de groepslessen en helpen elkaar tijdens de orkestrepetitie. In het orkest heeft iedereen een gelijkwaardige rol: samen maak je het orkest, samen maak je de muziek. Ieder heeft zijn eigen partij en dus ook zijn eigen rol. Kinderen worden daar bewust van gemaakt door de docent en dirigent en door middel van spelvormen uit boekje Speel(s)!
Nieuwe dingen proberen: veel leerlingen zullen nog nooit op een muziekinstrument als cello of klarinet hebben gespeeld. Dat is compleet nieuw en wakkert nieuwsgierigheid aan. Leerlingen worden op verschillende niveaus uitgedaagd: motorisch, sociaal en emotioneel. Aan het einde van de presentatie zal er ook gevraagd worden wie wel eens meer zou willen porberen, wie nog wel eens zou willen spelen of wie een ander instrument zou willen uitproberen. Zo wordt de wereld van de leerlingen iets vergroot.
Presenteren: de leerlingen drukken zich uit door middel van het instrument, door middel van geluid en muziek maken. Dat vraagt lef en moed. Tegelijkertijd is het een veilige omgeving: voor de meesten is het voor de eerste keer; je doet het steeds met je groepje of met z’n allen; het spelelement is groot, dus het is oefenen in een spelsituatie. Tegelijkertijd is het klinkend resultaat altijd verrassend doordat de docenten meespelen en een bedding verzorgen, eventueel in combinatie met een meespeel track. Dus aan het einde kunnen de leerlingen altijd een welgemeend applaus in ontvangst nemen. En van applaus groeit iedereen!
Instrumenten
Instrumenten dienen tijdig (minimaal 4 weken voor aanvang workshop) aangevraagd te worden bij het instrumentendepot van het Leerorkest.
Onder vermelding van ‘proeven aan Leerorkest’. Fagottino’s en hobo’s zijn vrijwel niet voorradig, andere instrumenten uit het symfonisch instrumentarium in overleg met het Instrumentendepot.
Transport dient zelf geregeld te worden in overleg met instrumentendepot.
Vervolg
Zorg iom de docenten voor informatie (flyers, etc.) over muzieklessen, wijktalentorkesten, muziekschool, harmonie/fanfare etc. in de buurt voor geïnteresseerde leerlingen en ouders.
Neem in het geval van leerkrachtenteams de tijd om na te bespreken, ervaring uit te wisselen zodat in breder verband gedeeld wordt wat het Leerorkest kan betekenen op een school. Neem foto’s die later gedeeld kunnen worden op pagina’s voor ouders, zodat ook op deze manier ouders betrokken worden.
Feedback naar aanleiding van deze workshop kan naar jminnaard@leerorkest.nl