Welke competenties moet een docent hebben om les te geven bij een leerorkest?
(bronnen: Stichting beroepskwaliteit leraren, competenties voor de docerend musicus in het primair onderwijs Kunstfactor 2012)
-
- Interpersoonlijk
- De docent is gemakkelijk benaderbaar voor leerlingen; de docent maakt contact met de kinderen, zorgt ervoor dat ze contact kunnen maken met hem en dat ze zich op hun gemak voelen.
- De docent kent de namen van de leerlingen en van de muziekcollega’s en het liefst ook van de leerkrachten.
- De docent signaleert de interactie tussen een groep leerlingen onderling en tussen leerlingen en zichzelf.
- De docent stimuleert leerlingen tot gewenst gedrag en spreekt ze aan op ongewenst gedrag. (Gewenst gedrag is: we luisteren met respect en aandacht naar elkaar; we gaan met zorg om met materiaal en ruimen samen op; we nemen de muziekles serieus, je bent gefocust en geconcentreerd; na het stilteteken ben je stil voor instructie; we gaan respectvol om met elkaar. Je mag zijn zoals je bent)
- De docent stemt zijn taalgebruik en omgangsvormen af op de leefwereld en het niveau van de leerlingen.
- De docent kan omgaan met een grote culturele diversiteit aan leerlingen.
- Pedagogisch
- De docent sluit in zijn lessen aan bij het niveau van de groep en kan differentiëren binnen de groep.
- De docent is in staat om alle leerlingen te betrekken bij de les.
- De docent kan luisteren naar en ingaan op ideeën van leerlingen.
- De docent is in staat de nieuwsgierigheid van leerlingen te prikkelen.
- De docent beheerst een breed scala aan didactische werkvormen waarin hij kinderen kan stimuleren tot samenwerken en kan aansluiten bij de stemming van de groep.
- In de lessen zit een goede opbouw met een duidelijke opening, kern en afsluiting.
- De docent kan een langere leerlijn uitzetten,
- Dedocent kan leerlingen aanzetten om na te denken over het effect van hun eigen opvattingen en gedrag.
- Vakinhoudelijk en didactisch. Deze competentie is onderverdeeld in 6 onderdelen
- Zingen
- De docent kan met de mogelijkheden en beperkingen van de kinderstem omgaan.
- De docent laat de leerlingen de 1e toon overnemen.
- De docent zingt zoveel mogelijk in het juiste octaaf mee.
- De docent kent de teksten van de liedjes.
- De docent kan zelf een goed klinkend voorbeeld geven.
- De docent kan een groep snel en effectief een nieuw lied aanleren.
- De docent kan een groep een eenvoudig meerstemmig lied aanleren (denk aan canon).
- De docent kan de kwaliteit van een zingende groep verhogen.
- Luisteren
- De docent kan kinderen gevarieerde luister- en spelopdrachten geven naar aanleiding van muziek van zichzelf of anderen.
- De docent kan zelf eenvoudige luistermaterialen ontwerpen.
- De docent kan verschillende voorbereidende, begeleidende en evaluerende werkvormen bedenken, daaruit effectieve keuzes maken en deze toepassen.
- De docent kan een groep kinderen geconcentreerd naar muziek laten luisteren met behulp van didactische werkvormen.
- Bewegen
- De docent kan kinderen eenvoudige bewegingsactiviteiten laten uitvoeren.
- De docent is in staat om beweging te integreren in de andere muzikale competenties (zingen, luisteren, spelen, lezen en noteren en presenteren) om zo het muzikale belevings- en bewustwordingsproces van kinderen te stimuleren.
- Lezen en noteren
- De docent kan met behulp van grafische notatie kinderen kennis, inzicht en vaardigheden laten verkrijgen in de taal van de muziek.
- De docent kan met behulp van traditionele notatie kinderen kennis, inzicht en vaardigheden laten verkrijgen in de taal van de muziek.
- De docent kan de kinderen voldoende leesvaardigheid aanleren voor het eigen instrument zodat eenvoudige orkestpartijen of samenspeelstukjes zelfstandig gelezen en gespeeld kunnen worden.
- Spelen
- De docent heeft aandacht voor de omgang met het instrument.
- De docent kan een eigen methode of het Leerorkestmateriaal inzetten ter ondersteuning van Leerorkestdoelen.
- De docent kan nieuwe leerstof op verschillende manieren aanbieden.
- De docent is in staat om het lesmateriaal aan te passen als dat nodig is om alle kinderen mee te kunnen laten spelen.
- De docent kan de leerlingen goed voorbereiden op de gezamenlijke orkestrepetities en concerten.
- De docent kan op niveau differentiëren in de les zodat zowel snellere als langzamere leerlingen voldoende worden uitgedaagd.
- Presenteren
- De docent kan leerlingen voorbereiden op het geven van schoolconcerten binnen en buiten de school.
- De docent kan de verschillende muzikale competenties integreren in schoolconcerten en andere presentatiemomenten.
- De docent kan verschillende presentatievormen, passend bij de doelgroep kinderen en publiek, in de praktijk toepassen.
- Zingen
- Organisatorisch
- De docent richt zijn ruimte in, zodat deze veilig en ordelijk is en is afgestemd op het doel van de les.
- De docent is op de hoogte van het lesrooster.
- De docent is op tijd aanwezig in de school zodat de les op tijd kan beginnen en zorgt voor een goede lesvoorbereiding.
- De docent brengt op tijd rustmomenten aan in de les.
- De docent is duidelijk in zijn opdrachten
- De docent maakt duidelijke afspraken over omgangs- en gedragsregels.
- Samenwerken op de school
- De docent kan met zijn onderwijs aansluiten op de visie van de school.
- De docent kan op een open en constructieve manier bijdragen aan de overlegstructuur binnen de school.
- De docent zorgt voor een goede communicatie met de locatiemanager (denk aan het lezen van en reageren op mails, het tijdig aanleveren van rapportcijfers, zorgen voor een goede overdracht in geval van vervangers).
- De docent zorgt voor een goede communicatie met de dirigent (signaleren als bepaalde stukken niet geoefend zijn/ te moeilijk zijn)
- De docent geeft en ontvangt collegiale feedback en intervisie.
- De docent zorgt dat hij de informatie die voor de voortgang van het werk van belang is, deelt met collega’s en de informatie die hij van collega’s krijgt zelf benut.
- De docent kan op een constructieve manier in de vorm van team- teaching met een Leerorkest-collega samenwerken.
- De docent zorgt voor een goede aansluiting bij het leerkrachtenteam van de school.
- De docent geeft reparaties aan instrumenten tijdig door aan het Instrumentendepot of aan de locatiemanager.
- Samenwerken met de omgeving
- De docent kan samenwerken met collega- muziekdocenten en dirigenten, op zowel muzikaal als sociaal vlak.
- De docent is op de hoogte van de professionele infrastructuur in de school.
- Competent in reflectie en ontwikkeling
- De docent heeft een reëel beeld van zijn eigen sterktes en zwaktes.
- De docent heeft een lerende grondhouding en ontwikkelt zich vanuit reflectie op de ervaringen in de praktijk.Presenteren
- Interpersoonlijk